Schildklieraandoeningen zijn zeker niet zeldzaam in Nederland. Vooral bij vrouwen treedt regelmatig een auto-immuunziekte van de schildklier op, de ziekte van Hashimoto. Hierbij maakt het lichaam antistoffen tegen de eigen schildklier, zodat deze op termijn aangetast worden en de schildklierfunctie geheel of gedeeltelijk verloren gaat.
De schildklierfunctie kan ook verminderen en onvoldoende worden na behandeling van de ziekte van Graves/Basedow. Dan is er oorspronkelijk sprake van een verhoogde schildklierwerking die men vaak via radioactief jodium tracht te verminderen. Gevolg is dan regelmatig dat er te weinig schildklierfunctie overblijft.
Thyroxine
In beide gevallen wordt door de internist/endocrinoloog synthetisch schildklierhormoon voorgeschreven. Bij veel mensen leidt dit tot een voldoende resultaat en dan verdwijnen symptomen als moeheid, een lage temperatuur en kouwelijkheid, een trage darmwerking, droge huid en haren en haaruitval (ook van de wenkbrauwen). Maar niet iedereen vaart wel bij deze behandeling. Bij deze groep mensen blijkt een medicijn waarin niet alleen het schildklierhormoon thyroxine (T4) maar waarin ook wat T3 zit, het eigenlijk werkzame hormoon in ons lichaam dat na omzetting van T4 in T3 gemaakt wordt, een betere keus die helpt de symptomen te bestrijden.
Er zijn diverse medicijnen die naast T4 dus ook T3 bevatten, en die kunnen vaak tot betere resultaten leiden dan alleen het synthetisch gemaakte T4 van internist/endocrinoloog. Hoewel deze behandeling omstreden is vanuit de reguliere gezondheidszorg, blijken mensen hier toch vaak baat bij te hebben. En in deze sluit ik mij dan aan bij die eigenwijze groep van artsen die stellen dat ‘wie geneest heeft gelijk’.